Jiji is moeilijk om mee te spelen. Hij valt graag de rug van een andere kat aan en maakt dan salto’s.

Hij loopt door het huis door elke kamer. Soms gaat hij achter de douchedeur om zich te verstoppen en te wachten. Als ik langs de deur loop, valt hij aan om mijn voet te vangen.

Wanneer ik ga werken, hij begint hippie te spelen. Zijn pootjes piepen even goed op hun plaats en dan springt hij omhoog.

Als we op reis moeten, loopt hij naar boven onder het bed om zich te verstoppen. Het is een teken dat de kat deze keer als conciërge thuis blijft.

Ja, de spelletjes worden moe en dan gaat Jiji over haar hele lengte naar de vloer om te stotteren.

Er is een kleine zachte mand in mijn studio. Daar slaapt hij het liefst als ik aan het schilderen ben.

Jiji zit graag op de vensterbank. Mijn ezel staat naast het raam. Als ik schilder, raakt de kwast de stof en Jiji aan de andere kant van de stof probeert mijn kwast vast te pakken.

Soms heb ik mijn palet op tafel laten liggen. Wat is de kans dat een van de vier kittens op de tafel is gesprongen en over de kleuren is gelopen. Ik moet het een keer bewijzen de volgende keer dat ik naar mijn kantoor ging. Iemand had turquoise poten.